maandag 7 oktober 2013

Week 6

PRAATRONDE

August
Ik heb een kastanje mee. Het is een tamme kastanje. Die kan je opeten. Ik heb een blad mee van een beuk. Ik heb ook een huisje en een nootje van een beuk mee. Ik heb ook een blad van een eik meegebracht. Ik heb ook twee eikeltjes mee. De ene is klein, de andere is groot.

Nout
Ik ben gisteren naar de Pierkesloop geweest. Daar was een groot plein waar ze in het rond liepen. Ik heb twee rondes gelopen. Toen we bij de finish kwamen, kregen we elk een medaille. Dit is mijn medaille. Ik heb ook nog een vlaggetje, mijn rugnummer, een bal, een yoyo, een sleutelhanger en andere dingetjes van de Pierkesloop mee.

Maja
Ik heb een dino mee uit Polen. Mijn broer heeft hem geverfd. Dat vind ik niet leuk. Dan heb ik een nieuwe gekocht, maar die ligt nog thuis. Mijn broer heeft ook deze oorbellen voor mij gekocht.

Tiber
Ik heb een hoedje van een beuk mee. Dit is de bolster van een tamme kastanje. Hier is een noot. Die heb ik gevonden in het bos. Die noten hebben we in een park gevonden. Mijn papa gooide een stok in de boom en toen vielen er noten uit. Dit is het hoedje van een beukennoot dat nog dicht is.

Elijah
Zondag was ik naar een tekenwedstrijd. De tekenwedstrijd was zo een museum. Dan was er zo dieren die zo stampten. Ik moest tekenen voor dieren die lopen en stappen. Dan heb ik zo een blad gekregen. Zo van moest ik zo een boekje maken. Dan was de tekenwedstrijd zo zo zo zo plastieken balletjes zo met lijm op zo met sneldrogende lijm. Dan was ik naar huis en was ik zo niet schilderen maar dat vond ik wel niet zo leuk zo schilderen zo rap vies.

Lily
Eergisteren toen mijn peter mij kwam halen, zag ik allemaal wilde kastanjes op de grond liggen. Ik had geen zakje mee, dus heb ik er maar één kunnen meenemen. Mijn peter heeft die ene kastanje in zijn zak gestopt. Mijn peter heeft thuis ook nog tamme kastanjes die rijp zijn. Ik mag er ook ééntje van. Ik heb met mijn peter naar tv gekeken. Ik heb met mijn peter appelsiensap gemaakt. Ik heb met mijn oma gisteren ook appelsiensap gemaakt. Ik weet ondertussen goed hoe dat werkt. Elke dag doe ik een dier na voor het slapengaan. Mijn mama en papa moeten dan raden welk dier ik nadoe.

Fons
Zondag heb ik een feestje gehouden. Lily, Hermine, Luka en nog andere kinderen waren daar. We hebben colasnoepjes, popcorn, chips, marshmellows, e.a. gegeten. We gingen naar een plein. Daar hebben we opdrachten moeten zoeken. We speelden een spel. Als we wonnen mochten we mijn papa met koud water nat maken. Toen we thuiskwamen hebben we nog de grote pot met snoep opgegeten.

Hermine
Ik heb stiekem deze maïskolf meegebracht van een veld. Onder die blaadjes zit maïs. Dat was van een landbouwer. Sommige stukjes van de maïs is niet meer eetbaar. Ik heb ook een stukje van een giftige paddenstoel mee. Die is mooi rood. Ik ben niet echt zeker dat het een giftige is. Mijn mama heeft die meegenomen voor mij. Ik heb ook nog blaadjes mee. Ik denk dat ze van een braam zijn.

Loic
Morgen moet ik naar de Chinese les. Ik zit daar ook in het eerste leerjaar. Als we iets moeten schrijven, moeten we het daarna ook lezen. Soms is er pauze. Tijdens de pauze moeten we altijd iets eten. Daarna gaan we terug naar de klas. We moeten soms ook liedjes leren. We moeten het liedje helemaal kennen.

Bruna
Deze morgen zag ik dat Hannes kindjes aan het schminken was. Hij zette de Belgische driekleur op hun wangen. Ik wou dat ook, want ik was vergeten om rode kleren aan te doen. Ik vond dat leuk.

Luka
Zaterdag ben ik naar mijn peter geweest, want mijn mama en papa gingen naar een ander land. Ik weet niet meer welk land. Ik moest blijven logeren bij mijn peter. Len moest vroeger gaan slapen. Ik moest dan ook gaan slapen. De volgende dag heb ik de vrouw van mijn peter een sterretje leren tekenen. Toen gingen we samen met Len een wandeling maken. Ik mocht nog een beetje op de tablet. We gingen naar mijn oma. Daar moest ik ook logeren. Daar heb ik een beetje gespeeld. De volgende dag moest ik naar Fons zijn feestje. Na het feestje gingen we naar mijn huis. Ik moest wachten tot mama en papa terug waren. Toen heb ik een souvenir gekregen.

Siemon
Op mijn Mickey Mouse-mapje was mijn klein zwart poesje gekropen. We zaten toen in de auto. We gingen naar school. Dan gingen we eigenlijk Wolfje Hoe Laat is Het spelen. Dan hebben we ons geschminkt. Dan was ik aan het rusten. Toen ging de bel. 

Neyla

Ik ben donderdagavond naar Plopsaland geweest. Ik heb met mijn mama iets gevaarlijk gedaan. Ik weet niet meer wat. Mijn zus en mijn papa die gingen in een trein. Die trein ging direct weg. Mijn papa had buikpijn. Mijn mama was bang. 


VRIJE TEKSTEN
De tuin door Tiber
De kindjes die gingen naar de tuin. Het poesje mocht niet in de tuin. Dan gingen ze terug naar huis. Er was eten thuis. Het kraantje was open. Het water ging in de bloem. Toen ging de bloem stuk.

De kindjes die kersen plukten door Nout
Er was eens een kindje. Dat kindje plukte kersen. Er was ook een ander kindje. Die was noten aan het plukken en andere dingen. Ze hadden elk een pompoen gevonden. Er vielen mooie blaadjes naar beneden. Het kindje dat noten plukte, raapte de blaadjes op. De twee kindjes zagen een ijscokar en ze bestelden een ijsje.

De bal die raar is door Neyla
Er was een rare bal. De bal komt naar beneden. De bal wil de cijfertjes. Mak schopt op de cijfertjes. Mik zegt: “Wat is dat?” Er was ook een klein boompje.

Het stoute kindje door Loic
Er was een kindje. Die wou naar de zee. Dat mocht niet van de mama. Toen het nacht was, ging hij er toch naartoe. Daar waren krabben. De ene beet in zijn voet. Het was dag. De krab zag dat. De mama liep er naartoe. Het kindje was verdronken. De mama haalde het kindje eruit. Dan zei de mama dat hij een stout kindje was.

Ik ga naar zee door Siemon
Mijn papa gaat naar zee. Ik ga mee. Mijn mama gaat ook mee. We zijn aan de zee. Ik ga zwemmen. Dichtbij de zee is er een zwembadje. Daar mogen kinderen spelen die zes jaar zijn. Ik ging naar dat zwembadje. Daarna gingen we naar huis. We aten frietjes. Ik moest een ijsje eten. Dan mocht ik eventjes spelen en ging ik gaan slapen.

De boom die zijn bladeren verloor door Alexandre
Er waren een beetje wolken. Het was aan het regenen. De boom deed al zijn blaadjes weg. Toen gingen we naar huis. We gingen naar binnen om te spelen. We keken wat tv. De boom had al zijn blaadjes weg gedaan en nu was hij kaal. De bladeren lagen op de grond. De regen was voorbij. We gingen fietsen.

Het monster eet mensen door Elijah
Het monster zoekt mensen om op te eten. Hij heeft honger. Hij heeft lange oren. Hij heeft honderd voeten. Hij heeft gif. Zijn tanden zijn blauw. Hij gooit vuur. Hij is heel erg boos. Het monster is weggegaan omdat zijn mama hem geen eten gaf. Hij gooit auto’s op mensen. Als de mensen dood zijn eet hij hen op.

De baby door Bruna
Er was eens een moeder. Die was zwanger. Ze ging naar buiten. Ze kocht een ijsje. Ze at het op. Haar man was aan het wachten op haar. Toen ging ze naar haar man. Ze gingen samen naar een restaurant. De zon schijnt. Plots begon het te regenen. Er kwamen wolken voor de zon. Het begon te donderen en te bliksemen. Ze ging naar het ziekenhuis en ze beviel. Haar baby ging mee naar huis. Het was een meisje en ze heette Lien. Toen het donderde en bliksemde werd de kleine baby Lien bang. Mama liet de deur open van haar kamer. Ze pakte haar vast. Toen ging de baby mee naar de keuken. Toen wiegde ze met de baby. Ze zat in de zetel. De baby werd groot. Toen ze jarig was, gaf haar mama haar marshmellows en een lekkere taart van chocolade.

Op de kermis door Luna
Er was eens een kindje. Die ging naar de kermis. Daar ging ze op de draaimolen. Die draaimolen ging superhard. Dat kindje zei: “Joohaaaaa!” Toen ging ze in het reuzenrad. Dat vond ze het leukste. De andere dingen vond ze ook leuk, maar het leukste vond ze het reuzenrad.

De kerstman door Lily
Er was eens een kerstboom. Die kerstboom stond in een huis. In het huis woonde niemand. Plots kwam de kerstman. Omdat de kerstman kwam, was er een hele grote ‘flets’. Plots wou er een kindje een kerstboom. De kerstboom hoorde dat het kindje huilde om een kerstboom. Toen ging het kindje naar binnen. Het kindje zag de ‘flets’. Dan pakte het kindje de kerstboom. Ze zette het in haar huis. Daarna ging ze terug gaan slapen. Daarna was de kerstman bij het kindje. De kerstman bracht twee cadeautjes, vier ijsjes en een taart. Het waren twee cadeautjes omdat het kindje nog een zusje had.


TEKENING VAN DE WEEK
door Luka


Geen opmerkingen:

Een reactie posten