maandag 23 september 2013

Week 3

MINERALEN EN KRISTALLEN
Vorige week maakten we een summiere videoreportage over ons werkstukje rond mineralen en kristallen. We leerden informatie opzoeken en hoe we die konden verwerken. Enkele kinderen uit de klas tonen zich van hun beste kant en geven trots uitleg over wat ze allemaal geleerd hebben.





WOORDENREEKS
Via dit filmpje kunnen de kinderen zelfstandig een aantal woorden inoefenen en verwerken. Dit kan - afhankelijk van de noden van het kind - thuis gebeuren of in de klas. In eerste instantie is het iets om uit te proberen. Als blijkt dat dit zijn vruchten afwerpt, zullen er nog enkele woordenreeksen volgen.





PRAATRONDE
Maja
Ik heb een cadeautje meegebracht van mijn mama. Mijn mama mag dat wel niet zien. Het is een beeldje van olifanten. Eén cadeautje is van mij. Dat zijn de visjes.

Luka
Ik ben naar de zoo geweest. Ik heb daar een plannetje van gekregen. Ik kijk daar graag op. We zijn toen eerst naar de flamingo’s geweest. Daarvoor zijn we nog op de draaimolen geweest. Dan zijn we naar de gorilla’s. Dan zijn we naar de goud leeuwaapjes geweest. Ik ben dan nog eerst naar de okapi geweest voor we naar de olifanten gingen. We zijn ook in de Egyptische tempel geweest. Dat is waar de olifanten eten. Daar zag je het skelet van de eerste olifant van de zoo. Dan zijn we naar de giraffen gaan kijken. Tobias moest naar het toilet. Dan moesten we daar de ganse tijd blijven wachten en wachten en wachten. Dan zijn we ook nog naar het everzwijn gaan kijken. We hebben ook een lolly gegeten.

Elijah
Zondag was ik naar een feestje. Dan was er een mevrouw gekomen. Ze nam mijn hand. Ze bracht me naar een kamer met kindjes. Ik moest Engels leren. Dat deden we met een liedje. Die jongens waren niet normaal. Er was een jongen die twee keer op straf stond. Hij was de ganse tijd aan het dansen. Hij heeft ook gevochten. De meisjes vertelden dat aan de mevrouw. Ik was heel stil en rustig. De mevrouw gaf iedereen een lolly. De stoute kinderen kregen geen lolly.

August
Ik wou naar De Smurfen 2 gaan kijken. Het was hard aan het regenen. We waren onder de brug. Daar wilden we schuilen. Ik wou vragen of we bijna bij de bioscoop waren. Ik ben gevallen met de fiets. Ik heb me een beetje pijn gedaan aan mijn enkel.

Lily
Ik ben eergisteren naar een feestje geweest. Dat was een feestje van een kindje dat geadopteerd was. Toen we naar huis gingen kregen we een zakje met nootjes. Aan het zakje hing een sleutelhanger die we mochten hebben. Ik was ook een beetje verdwaald gelopen in het park.

Fons
Zaterdag ben ik naar het feestje van Louise geweest. Ik wist niet dat de poort vanzelf openging. Toen ik de klink vastnam, ging de poort vanzelf open. Ik werd mee gerukt. We hebben veel liedjes beluisterd. Er was chocoladetaart. Er was ook een zoektocht. Ik heb gezocht in het toilet.

Tiber
Ik ben naar een stadspark geweest. We hebben er ijsjes gegeten. Ik heb daar ook snoep gegeten. Ik heb daar spelletjes gespeeld. Ik ben er met mijn zus, mama en papa geweest. Ik weet niets anders meer.

Hermine
Ik kwam gisteren van school met de fiets. Ik heb in modderplasjes gereden. Toen was die modder tot aan mijn ogen. Ik rolde me er nog eens in. Thuis kwam ik als een slijmerig monstertje binnen. Mijn laarzen waren te vuil. Die hebben we dan gewassen. De modder kwam ook in het ganse huis. Dat vond ik grappig.

Neyla
Ik heb een boek meegebracht. Dat gaat over dieren. Er zitten veel flapjes in die je kan plooien of waaraan je kan trekken. Ik zal er een paar dingen uit tonen.

Bruna
Ik ging voor de eerste keer naar de scouts. Toen hebben we leuke dingen gedaan. We waren bezig met een groot spel. We gingen naar het bos. We kregen verf op ons gezicht. We kregen ook een nummertje van onze leidster Mout. Daarmee werden we in ploegen verdeeld: ploeg blauw en ploeg geel. Wie cijfertje drie had moest in ploeg blauw. Ik had 8, maar ik mocht toch in ploeg blauw. Ik had een leuke leider. ‘s Middags gingen we eten. Er was barbecue. Er bleven een vriendje en een vriendinnetje slapen.

Luna
Ik heb een kristal mee. Het is een amethist want het kristal is paars. Het komt van de rommelmarkt. Mijn mama en papa waren daar ook. Ik wou dat even laten zien.

Siemon
We gaan onze babypoesjes afgeven. Misschien zal er één babypoesje bij mij blijven. Neyla gaat misschien een babypoesje nemen. Ik wil het zwartje houden. Eén babypoesje is bruin, maar die is al weg. Ik heb nog twee zwartjes en één witje. Neyla krijgt het zwartje. Ik heb er nog geen naam voor.

Aico
Ik heb eens een kat gezien die in onze tuin aan het sluipen was. Die ging eerst traag en plots ging die pijlsnel om een muis te vangen. Dat gebeurt ook bij andere katachtigen zoals de tijger, jaguar, luipaard, enz.



VRIJE TEKSTEN
Een ietwat alternatief concept van onze vrije teksten deze week. Voor onze illustratie gebruikten we ecoline. Met veel bravoure kwakten we enkele verfstreken op ons blad. Terwijl de ecoline nog nat was, legden we een stuk huishoudfolie of noppenfolie op het papier. Na het drogen verwijderden we de folie en kwamen zo tot een uniek resultaat. Vervolgens groeven de kinderen in hun fantasie om bij hun kunstwerkje een verhaal te verzinnen. Dit zijn de resultaten:

De tijger door Neyla
Er is een man. De tijger komt om hem op te eten. De man heeft kindjes. De kindjes lopen. De tijger loopt er achter. Hij eet hen ook op.


Het varken door Lily
Er was een dierentuin. In de dierentuin was er een heel wild varken. Die speelde tikkertje. Hij won altijd. Hij viel altijd, omdat hij zo snel liep als hij tikkertje speelde.


De olifant door Nout
Er was eens een olifant. Die had een konijntje gezien. Hij vroeg aan het konijntje of hij mocht spelen met hem. Het konijntje vond dat goed en ze speelden tikkertje. Konijntje was gewonnen en ze vierden een feestje.


De krokodil door Tiber
Er was eens een krokodil. Er was geen water. Het was aan het regenen. Door de regen kwam er een rivier. Er was ook een eendje in het water. Ze speelden tikkertje.


Het vlindertje door Luna
Er was een vlinder. Die zocht zijn mama. Die zei tegen de kikker: “Heb jij mijn mama gezien?” De kikker zei: “Nee.” De vlinder vroeg het ook aan de olifant, de tijger en de poes. De poes wist waar de mama was. Die zei:  “Ja, ze was je al de ganse tijd aan het zoeken.” De vlinder volgde de poes en toen hadden ze mama gevonden.


Trouwen met de regen door Bruna
Op een dag was er een dromedaris. Hij wou dat de regen kwam. Toen viel er regen. Hij vroeg: “Wil jij met mij trouwen?” De regen knikte. Ze trouwden en kregen een roze regenkind. Ze leefden nog lang en gelukkig.


De helikopter door Siemon
De helikopter zoekt de bakker. Hij vond de bakker niet. De helikopter moest eerst een parkeerplaats zoeken. Toen ging het regenen. Dan ging het zonnetje schijnen. De regenboog kwam. Hij vond een bakker. Bij de bakker vraagt hij een croissant. De bakker zegt: “De croissants zijn op."


De dinosaurus door Alexandre
Er was een dinosaurus. De mensen gingen jagen. De dinosaurus wou zich verstoppen. Ze had eieren gelegd. De jagers hadden die gevonden. Ze liep snel weg. De jagers konden haar niet vinden. De dinosaurus was blij. Het begon te regenen. De dinosaurus ging naar haar schuilplaats. Uit de eieren kwamen baby’s. De jagers konden hen niet vinden. Ze liepen weg.


De hand door Hermine
Er is een hand die beweegt. De hand heeft een klein dwergje geslagen, omdat de hand boos was. De hand heeft het dwergje dood geslagen. 


De olifant die een huis zocht door Luka
De olifant die had geen huis. Hij zocht een boom om onder te wonen. Eerst vond hij een boom. Die was niet goed, want er woonden apen in. Dan zag hij een palmboom. Daarin zaten kokosnoten. Hij zag nog een tweede. Toen woonde hij onder die twee palmbomen. Hij ging slapen.


Het kader door Fons
Er woonde een mevrouw in een huis. Ze had een kader. Omdat haar huis opeens begon te schudden, was haar kader kapot. Ze moest een nieuwe gaan kopen. Die was te duur.


De draaikolk door Aico
Er was ergens een boot op een rots. De draaikolk blies hem weg. De boot was gebroken, want hij was toen tegen een rots gebotst. Dan kwam er een grote octopus uit de draaikolk. De octopus keek of er iets was gebeurd.


Een aap in het land door August
Er is een aap. Op zijn kop is er een land. Hij is aan het nadenken, want hij woont in geen wereld. Toen zag hij een olifant. Die olifant had allemaal schelpen op zijn rug. Die had een land op zijn poep. Toen hij op zijn slurf stond, leek hij op een jongen.


Pokémon door Maja
Er was een pokémon uit Polen. Hij was aan het vissen. Het begon te regenen. Hij deed zijn hoofd naar omhoog. Het was een girafpokémon.


De stier is ziek door Elijah
De stier was de ganse tijd aan het lopen. Er kwam een ander dier langs. Die moest niezen. Toen liep de stier naar huis. Dan ging de stier naar bed. Hij probeerde te slapen.


2 opmerkingen:

  1. Hermine heeft haar modderverhaal nogal uitvergroot, maar wel grappig om te lezen :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik had al zo'n lichtbruin vermoeden. En ik heb nog niet eens alles neergepend wat ze aan het verklaren was.

    BeantwoordenVerwijderen